Nederlands
Uitgebreide vertaling voor multipliceren (Nederlands) in het Zweeds
multipliceren:
-
multipliceren (dupliceren)
Vertaal Matrix voor multipliceren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duplicera | tweevoud | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
duplicera | dupliceren; multipliceren | kopiëren; stencilen; vermenigvuldigen; verveelvoudigen |