Nederlands

Uitgebreide vertaling voor morsigheid (Nederlands) in het Zweeds

morsigheid:

morsigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de morsigheid (viezigheid; slonzigheid; viespeukerij; )
    smutsighet; svineri

Vertaal Matrix voor morsigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smutsighet drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel smeerlapperij; smerigheid; viesheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid
svineri drab; morsigheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel

Verwante woorden van "morsigheid":


morsigheid vorm van morsig:

morsig bijvoeglijk naamwoord

  1. morsig (groezelig; smoezelig; viezig; bedoezeld)
    snuskigt; äckligt; smutsig; smutsigt; oren; ohyfsad; orent; ohyfsat
  2. morsig (kliederig; vuil; knoeierig)
    slabbigt; kladdig; kladdigt; smetig; smetigt
  3. morsig (met vuil bemorst; smerig; vies; vuil)
    smutsigt; lortigt; lortig; otvättad; otvättatd
  4. morsig (slodderig; ranzig; vunzig; )
    rörig; rörigt; strulig; struligt; oredigt
  5. morsig (slordig; viezig; vuil; )
    smutsig; snuskig; smutsigt; snuskigt; sjaskigt

Vertaal Matrix voor morsig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lortigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
rörigt geknoei; gemors
smutsigt goorheid; groezeligheid; vuilheid
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kladdig kliederig; knoeierig; morsig; vuil lijmachtig; lijmerig
kladdigt kliederig; knoeierig; morsig; vuil lijmachtig; lijmerig
lortig met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil
lortigt met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil
ohyfsad bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig grof; laag-bij-de-grond; lomp; onbeleefd; ongelikt; ongemanierd; onhebbelijk; onvriendelijk; plat; platvloers; schunnig; vunzig
ohyfsat bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig grof; laag-bij-de-grond; lomp; onaardig; onbeleefd; ongelikt; ongemanierd; onhartelijk; onhebbelijk; onverdraagzaam; onvriendelijk; onwelwillend; plat; platvloers; schunnig; vunzig
oredigt haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig door elkaar heen; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
oren bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig onkies; onkuis; onrein; onzindelijk
orent bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig onkies; onkuis; onrein; onzindelijk
otvättad met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil ongewassen
otvättatd met vuil bemorst; morsig; smerig; vies; vuil
rörig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
rörigt haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
sjaskigt morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig aan lager wal; onordelijk; ordeloos; verlopen; wanordelijk
slabbigt kliederig; knoeierig; morsig; vuil
smetig kliederig; knoeierig; morsig; vuil
smetigt kliederig; knoeierig; morsig; vuil
smutsig bedoezeld; groezelig; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig onkies; onkuis; onrein; onzindelijk; zwijnachtig
smutsigt bedoezeld; groezelig; met vuil bemorst; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig baggerig; banaal; bevlekt; drabbig; drassig; goor; laag; modderig; onverkwikkelijk; pruttig; ranzig; slibachtig; slibberig; slijkerig; smerig; stuitend; vies; vlekkig; vuig; walgelijk; weerzinwekkend; zwijnachtig
snuskig morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig
snuskigt bedoezeld; groezelig; morsig; ranzig; slonzig; slordig; smerig; smoezelig; vies; viezig; voddig; vuil; vunzig banaal; grof; laag-bij-de-grond; lomp; plat; platvloers; schunnig; triviaal; vunzig; zwijnachtig
strulig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
struligt haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
äckligt bedoezeld; groezelig; morsig; smoezelig; viezig afstotelijk voor zintuigen; beroerd; doodmisselijk; doodziek; goor; kotsmisselijk; lelijk; onverkwikkelijk; ranzig; smerig; stuitend; vies; walgelijk; weerzinwekkend

Verwante woorden van "morsig":