Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor moer (Nederlands) in het Zweeds
moer:
Vertaal Matrix voor moer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gödsel | bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel | mest |
skit | bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel | beer; drek; drol; excrementen; fecaliën; feces; galbak; hoop; kak; keutel; mest; poep; schijt; stront; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
skit | bliksems; shit; verdraaid; verduiveld |
Verwante woorden van "moer":
Verwante definities voor "moer":
Wiktionary: moer
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• moer | → mutter | ↔ nut — that fits on a bolt |
• moer | → myr; kärr; sumpmark; mosse | ↔ swamp — type of wetland |
• moer | → mutter | ↔ Mutter — kurz für: Schraubenmutter, welche das Gegenstück zu der Schraube bildet |
• moer | → träsk; kärr | ↔ marécage — étendue de terre saturée d'eau pendant la plus grande partie de l'année, et dont la surface du sol n'est généralement recouverte que d'une faible profondeur d'eau. |
• moer | → skruvmutter | ↔ écrou — Pièce d’assemblage mécanique |
moer vorm van moeren:
-
moeren (kapotmaken; mollen)
Conjugations for moeren:
o.t.t.
- moer
- moert
- moert
- moeren
- moeren
- moeren
o.v.t.
- moerde
- moerde
- moerde
- moerden
- moerden
- moerden
v.t.t.
- heb gemoerd
- hebt gemoerd
- heeft gemoerd
- hebben gemoerd
- hebben gemoerd
- hebben gemoerd
v.v.t.
- had gemoerd
- had gemoerd
- had gemoerd
- hadden gemoerd
- hadden gemoerd
- hadden gemoerd
o.t.t.t.
- zal moeren
- zult moeren
- zal moeren
- zullen moeren
- zullen moeren
- zullen moeren
o.v.t.t.
- zou moeren
- zou moeren
- zou moeren
- zouden moeren
- zouden moeren
- zouden moeren
en verder
- ben gemoerd
- bent gemoerd
- is gemoerd
- zijn gemoerd
- zijn gemoerd
- zijn gemoerd
diversen
- moer!
- moert!
- gemoerd
- moerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor moeren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bryta | kapotmaken; moeren; mollen | kapotgaan; onklaar raken; stukgaan; wriggelen; wrikken |