Nederlands
Uitgebreide vertaling voor moed inspreken (Nederlands) in het Zweeds
moed inspreken:
moed inspreken werkwoord (spreek moed in, spreekt moed in, sprak moed in, spraken moed in, moed ingesproken)
-
moed inspreken
Conjugations for moed inspreken:
o.t.t.
- spreek moed in
- spreekt moed in
- spreekt moed in
- spreken moed in
- spreken moed in
- spreken moed in
o.v.t.
- sprak moed in
- sprak moed in
- sprak moed in
- spraken moed in
- spraken moed in
- spraken moed in
v.t.t.
- heb moed ingesproken
- hebt moed ingesproken
- heeft moed ingesproken
- hebben moed ingesproken
- hebben moed ingesproken
- hebben moed ingesproken
v.v.t.
- had moed ingesproken
- had moed ingesproken
- had moed ingesproken
- hadden moed ingesproken
- hadden moed ingesproken
- hadden moed ingesproken
o.t.t.t.
- zal moed inspreken
- zult moed inspreken
- zal moed inspreken
- zullen moed inspreken
- zullen moed inspreken
- zullen moed inspreken
o.v.t.t.
- zou moed inspreken
- zou moed inspreken
- zou moed inspreken
- zouden moed inspreken
- zouden moed inspreken
- zouden moed inspreken
diversen
- spreek moed in!
- spreekt moed in!
- moed ingesproken
- moed insprekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor moed inspreken:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uppmuntra | bemoedigingen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
heja på | moed inspreken | |
peppa | moed inspreken | |
uppmuntra | moed inspreken | aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bejubelen; bemoedigen; bezielen; blij maken; geruststellen; iemand begunstigen; instigeren; motiveren; opbeuren; opfleuren; opmonteren; provoceren; stimuleren; toejuichen; toemoedigen; verkwikken; voorschuiven; voortrekken; vrolijker worden |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
uppmuntra | opgekikkerd; opgeknapt |
Computer vertaling door derden: