Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor min (Nederlands) in het Zweeds

min:

min [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de min (zoogmoeder)
    amma
    • amma [-en] zelfstandig naamwoord

min bijvoeglijk naamwoord

  1. min (niet al te best; matig; zwak; )
    inte dålig; halvtbra; medelmåttig; inte dåligt; medelmåttigt
  2. min (slecht; gemeen; vals)
    dåligt; dum; otrevlig; dumt; otrevligt
  3. min (minus)
    minus-
    • minus- bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor min:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amma min; zoogmoeder baker
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amma borstvoeding geven; de borst geven; een baby zogen; zogen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dum gemeen; min; slecht; vals achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; hersenloos; idioot; lullig; maf; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onzinnig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
dumt gemeen; min; slecht; vals achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; dwaas; geesteloos; gek; hersenloos; idioot; lullig; maf; onbenullig; onbezonnen; onnozel; onverstandig; onzinnig; stom; stompzinnig; stupide; suf; verstandeloos
dåligt gemeen; min; slecht; vals aan een ziekte lijdend; achterbaks; arm; banaal; bekaaid; boosaardig; er bekaaid afkomen; geniepig; gluiperig; in het geniep; inferieur; laag; malicieus; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; pover; schamel; slecht; snood; stiekem; tweederangs; verraderlijk; vuig; ziek; zwak
halvtbra matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes
inte dålig matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes niet mis; niet slecht
inte dåligt matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes niet mis; niet slecht
medelmåttig matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes matig; middelmatig
medelmåttigt matig; middelmatig; min; niet al te best; onbeduidend; zwak; zwakjes matig; middelmatig; middelmatige
minus- min; minus
otrevlig gemeen; min; slecht; vals afstotend; hinderlijk; lastig; lelijk; lelijk uitziend; naar; onaangenaam; onaantrekkelijk; onbehaaglijk; ongelegen; ongezellig; onplezierig; onverkwikkelijk; storend
otrevligt gemeen; min; slecht; vals afstotend; hinderlijk; lastig; lelijk; lelijk uitziend; naar; onaangenaam; onaantrekkelijk; onaardig; ongelegen; onhartelijk; onhebbelijk; onplezierig; onverdraagzaam; onverkwikkelijk; onvriendelijk; onwelwillend; storend

Verwante woorden van "min":


Antoniemen van "min":


Verwante definities voor "min":

  1. dat je het tweede getal af moet trekken van het eerste1
    • zeven min drie is vier1
  2. slecht of gemeen1
    • dat is een minne streek1
  3. wat negatief is, minder dan nul1
    • het was min tien graden buiten1
  4. weinig1
    • hij wilde zo min mogelijk huilen1
  5. weinig betekenend1
    • ben ik soms te min voor jou?1

Wiktionary: min


Cross Translation:
FromToVia
min minus minus — mathematics: less
min negativ minus — negative
min minus minus — on the negative part of a scale
min negativ negative — mathematics: less than zero
min amma wet nurse — woman hired to suckle another woman's child
min kärlek amoursentiment intense et agréable qui inciter les êtres à s’unir.

min vorm van minnen:

minnen werkwoord (min, mint, minde, minden, gemind)

  1. minnen (beminnen)
    kärlek
    • kärlek werkwoord (kärleker, kärlekte, kärlekt)
  2. minnen (vrijen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; beminnen)
    hångla
    • hångla werkwoord (hånglar, hånglade, hånglat)

Conjugations for minnen:

o.t.t.
  1. min
  2. mint
  3. mint
  4. minnen
  5. minnen
  6. minnen
o.v.t.
  1. minde
  2. minde
  3. minde
  4. minden
  5. minden
  6. minden
v.t.t.
  1. heb gemind
  2. hebt gemind
  3. heeft gemind
  4. hebben gemind
  5. hebben gemind
  6. hebben gemind
v.v.t.
  1. had gemind
  2. had gemind
  3. had gemind
  4. hadden gemind
  5. hadden gemind
  6. hadden gemind
o.t.t.t.
  1. zal minnen
  2. zult minnen
  3. zal minnen
  4. zullen minnen
  5. zullen minnen
  6. zullen minnen
o.v.t.t.
  1. zou minnen
  2. zou minnen
  3. zou minnen
  4. zouden minnen
  5. zouden minnen
  6. zouden minnen
en verder
  1. ben gemind
  2. bent gemind
  3. is gemind
  4. zijn gemind
  5. zijn gemind
  6. zijn gemind
diversen
  1. min!
  2. mint!
  3. gemind
  4. minnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor minnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kärlek genegenheid; innigheid; liefde; lieveling; lieverd; schatje; snoepje; snoes
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hångla beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
kärlek beminnen; minnen

Verwante woorden van "minnen":