Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. merg:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor merg (Nederlands) in het Zweeds

merg:

merg [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het merg (het binnenste van iets)
    märg; benmärg
    • märg [-en] zelfstandig naamwoord
    • benmärg [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor merg:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benmärg het binnenste van iets; merg beenmerg
märg het binnenste van iets; merg

Wiktionary: merg

merg
noun
  1. anatomie|nld het zachte weefsel in de kern van een bot

Cross Translation:
FromToVia
merg märg marrow — substance inside bones
merg märg moelle — Moelle osseuse 1, 2