Nederlands
Uitgebreide vertaling voor meesmuilen (Nederlands) in het Zweeds
meesmuilen:
-
meesmuilen (spottend glimlachen)
Conjugations for meesmuilen:
o.t.t.
- meesmuil
- meesmuilt
- meesmuilt
- meesmuilen
- meesmuilen
- meesmuilen
o.v.t.
- meesmuilde
- meesmuilde
- meesmuilde
- meesmuilden
- meesmuilden
- meesmuilden
v.t.t.
- heb gemeesmuild
- hebt gemeesmuild
- heeft gemeesmuild
- hebben gemeesmuild
- hebben gemeesmuild
- hebben gemeesmuild
v.v.t.
- had gemeesmuild
- had gemeesmuild
- had gemeesmuild
- hadden gemeesmuild
- hadden gemeesmuild
- hadden gemeesmuild
o.t.t.t.
- zal meesmuilen
- zult meesmuilen
- zal meesmuilen
- zullen meesmuilen
- zullen meesmuilen
- zullen meesmuilen
o.v.t.t.
- zou meesmuilen
- zou meesmuilen
- zou meesmuilen
- zouden meesmuilen
- zouden meesmuilen
- zouden meesmuilen
diversen
- meesmuil!
- meesmuilt!
- gemeesmuild
- meesmuilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor meesmuilen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fnissa | gegiechel | |
fnittra | gegiechel | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fnissa | meesmuilen; spottend glimlachen | giechelen; heimelijk lachen |
fnittra | meesmuilen; spottend glimlachen | giechelen; heimelijk lachen |
le blygt | meesmuilen; spottend glimlachen |