Nederlands
Uitgebreide vertaling voor meeslepend (Nederlands) in het Zweeds
meeslepend:
-
meeslepend (sensationeel; spannend; adembenemend; boeiend; opwindend; pakkend; zinderend)
spännande; rörande; sensationellt-
spännande bijvoeglijk naamwoord
-
rörande bijvoeglijk naamwoord
-
sensationellt bijvoeglijk naamwoord
-
-
meeslepend (zeer boeiend)
Vertaal Matrix voor meeslepend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rörande | aanraken | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
betagande | meeslepend; zeer boeiend | boeiend; boeiende; fascinerend; fascinerende; integrerend |
rörande | adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend | |
sensationellt | adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend | aandachttrekkend |
spännande | adembenemend; boeiend; meeslepend; opwindend; pakkend; sensationeel; spannend; zinderend | aangrijpend; boeiend; pakkend |
tjusande | meeslepend; zeer boeiend | verleidelijk; verlokkend; verzoekend |
Verwante woorden van "meeslepend":
meeslepend vorm van meeslepen:
-
meeslepen (meetronen; meetrekken; meesleuren)
Conjugations for meeslepen:
o.t.t.
- sleep mee
- sleept mee
- sleept mee
- slepen mee
- slepen mee
- slepen mee
o.v.t.
- sleepte mee
- sleepte mee
- sleepte mee
- sleepten mee
- sleepten mee
- sleepten mee
v.t.t.
- heb meegesleept
- hebt meegesleept
- heeft meegesleept
- hebben meegesleept
- hebben meegesleept
- hebben meegesleept
v.v.t.
- had meegesleept
- had meegesleept
- had meegesleept
- hadden meegesleept
- hadden meegesleept
- hadden meegesleept
o.t.t.t.
- zal meeslepen
- zult meeslepen
- zal meeslepen
- zullen meeslepen
- zullen meeslepen
- zullen meeslepen
o.v.t.t.
- zou meeslepen
- zou meeslepen
- zou meeslepen
- zouden meeslepen
- zouden meeslepen
- zouden meeslepen
en verder
- ben meegesleept
- bent meegesleept
- is meegesleept
- zijn meegesleept
- zijn meegesleept
- zijn meegesleept
diversen
- sleep mee!
- sleept mee!
- meegesleept
- meeslepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor meeslepen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bära med sig | meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen | |
släpa med | meeslepen; meesleuren; meetrekken; meetronen |
Computer vertaling door derden: