Nederlands
Uitgebreide vertaling voor meedragen (Nederlands) in het Zweeds
meedragen:
-
meedragen (wegdragen; afvoeren; wegvoeren; wegslepen; wegsjouwen)
Vertaal Matrix voor meedragen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bära bort | wegdragen | |
ta bort | wegruimen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bära bort | afvoeren; meedragen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren | |
föra bort | afvoeren; meedragen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren | |
ta bort | afvoeren; meedragen; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren | afnemen; afstoffen; afzonderen; ecarteren; lichten; nemen uit; publicatie ongedaan maken; stoffen; uitgommen; uitlichten; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; vlakken; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegvegen; wegwerken; wissen |