Nederlands
Uitgebreide vertaling voor meedelen (Nederlands) in het Zweeds
meedelen:
-
meedelen (rapporteren; melden; berichten; informeren; verslag uitbrengen)
Conjugations for meedelen:
o.t.t.
- deel mee
- deelt mee
- deelt mee
- delen mee
- delen mee
- delen mee
o.v.t.
- deelde mee
- deelde mee
- deelde mee
- deelden mee
- deelden mee
- deelden mee
v.t.t.
- heb meegedeeld
- hebt meegedeeld
- heeft meegedeeld
- hebben meegedeeld
- hebben meegedeeld
- hebben meegedeeld
v.v.t.
- had meegedeeld
- had meegedeeld
- had meegedeeld
- hadden meegedeeld
- hadden meegedeeld
- hadden meegedeeld
o.t.t.t.
- zal meedelen
- zult meedelen
- zal meedelen
- zullen meedelen
- zullen meedelen
- zullen meedelen
o.v.t.t.
- zou meedelen
- zou meedelen
- zou meedelen
- zouden meedelen
- zouden meedelen
- zouden meedelen
en verder
- is meegedeeld
diversen
- deel mee!
- deelt mee!
- meegedeeld
- meedelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor meedelen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
informera | berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen | berichten; bewust maken; iets melden; informeren; inlichten; kennisgeven van; op de hoogte brengen; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; zeggen |
meddela | berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen | berichten; iets melden |
reportera | berichten; informeren; meedelen; melden; rapporteren; verslag uitbrengen | |
- | bekendmaken; melden |
Synoniemen voor "meedelen":
Verwante definities voor "meedelen":
Wiktionary: meedelen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• meedelen | → kommunicera | ↔ communicate — to impart information or knowledge of; to make known, to tell |
• meedelen | → meddela; delge; överföra; sprida | ↔ communiquer — rendre commun à ; faire part de ; transmettre. |