| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
bergmassiv
|
bergmassief; massief
|
|
|
massiv
|
bergmassief; massief
|
|
|
tjockt
|
|
olie; reuzel; smeer; vet
|
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
|
kraftig
|
massief; niet hol
|
doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; forse; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lomp; ruw; vitaal
|
|
kraftigt
|
fors; massief; niet hol; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
corpulent; dik; doortastend; drastisch; erg; fel; ferm; flink; forse; fysiek sterk; gezet; grof; grofgebouwd; heftig; hevig; intens; klemmend; krachtdadig; krachtig; levenskrachtig; lijvig; lomp; met een krachtige uitwerking; met klem; met nadruk; nadrukkelijk; omvangrijk; ruw; sterk; stevig; uitdrukkelijk; vitaal; volumineus; zwaarlijvig
|
|
kraftigt byggd
|
massief; niet hol
|
grof; grofgebouwd; lomp; ruw
|
|
kraftigt byggt
|
massief; niet hol
|
|
|
massiv
|
|
heftig; hevig; intens; massaal; massale; zwaarwichtig
|
|
massivt
|
massief; niet hol
|
heftig; hevig; intens; massaal; massale; zwaarwichtig
|
|
tjock
|
fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
tjockt
|
fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
corpulent; dik; gezet; lijvig; zwaarlijvig
|
|
tung
|
fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
beklemmend; dicht; dicht opeen; knellend; loden; log; lomp; loodzwaar; machtig; moeilijk verteerbaar; nijpend; onsierlijk van gedaante; plomp; slecht verteerbaar; smartelijk; zwaar
|
|
tungt
|
fors; massief; potig; robuust; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
beklemmend; dicht; dicht opeen; knellend; loden; log; lomp; loodzwaar; machtig; moeilijk verteerbaar; nijpend; onsierlijk van gedaante; plomp; slecht verteerbaar; smartelijk; zwaar; zwaarwichtig
|