Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. mars:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mars (Nederlands) in het Zweeds

mars:

mars [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de mars (reis; expeditie; trektocht; )
    resa
    • resa [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mars:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resa expeditie; mars; reis; rit; tocht; toer; trektocht dagreis; excursie; gang; reis; rit; tocht; toer; tournee; uitstapje
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
resa omhoogbrengen; ophogen; rechtop zetten; verhogen

Verwante woorden van "mars":

  • marsen

Wiktionary: mars


Cross Translation:
FromToVia
mars marsch march — formal, rhythmic way of walking
mars tåg; marsch march — political rally or parade
mars marsch march — song in the genre of music written for marching