Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. marge:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor marge (Nederlands) in het Zweeds

marge:

marge [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de marge (kantlijn)
    marginal
  2. de marge (speling; speelruimte)
    lek; marginal
    • lek [-en] zelfstandig naamwoord
    • marginal [-en] zelfstandig naamwoord
  3. de marge (winstmarge)
    vinstmarginal
  4. de marge (afdrukmarge)
    pappersmarginal
  5. de marge (paginamarge)
    marginal; sidmarginal

Vertaal Matrix voor marge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lek marge; speelruimte; speling gedonderjaag; geravot; gestoei; spel; stapel; stoeierij; stoeipartij
marginal kantlijn; marge; paginamarge; speelruimte; speling handelsmarge; spelingen; vrije ruimte
pappersmarginal afdrukmarge; marge
vinstmarginal marge; winstmarge winstmarge
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
sidmarginal marge; paginamarge

Verwante woorden van "marge":