Nederlands
Uitgebreide vertaling voor manieren (Nederlands) in het Zweeds
manieren:
-
de manieren (omgangsvormen; fatsoen)
Vertaal Matrix voor manieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beteende | fatsoen; manieren; omgangsvormen | gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden |
personligt uppträdande | fatsoen; manieren; omgangsvormen | |
uppförande | fatsoen; manieren; omgangsvormen | gedrag; gedragswijze; geleidingsvermogen; handelwijze; manier; optreden |
Verwante woorden van "manieren":
manieren vorm van manier:
-
de manier (methode; handelwijze; wijze; procedure; wijs; trant)
-
de manier (gedragswijze; gedrag; handelwijze; optreden)
Vertaal Matrix voor manier:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beteende | gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden | fatsoen; gedrag; manieren; omgangsvormen |
metod | handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze | aanpak; arbeidsmethodiek; methode; werkmethode; werkwijze |
sätt | handelwijze; manier; methode; procedure; trant; wijs; wijze | mode; trend |
uppförande | gedrag; gedragswijze; handelwijze; manier; optreden | fatsoen; geleidingsvermogen; manieren; omgangsvormen |
- | methode; wijze |
Verwante woorden van "manier":
Synoniemen voor "manier":
Verwante definities voor "manier":
Wiktionary: manier
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• manier | → sätt | ↔ manner — way of performing or effecting; method or style |
• manier | → sätt; vis | ↔ way — method |
• manier | → maner | ↔ Manier — nur Singular: Art und Weise, Stil, Eigenart |
• manier | → vis | ↔ Weise — Art, Methode, Art und Weise |
• manier | → maner; sätt | ↔ manière — façon dont une chose se produire. |
• manier | → sätt; metod; form | ↔ mode — Manière de faire |