Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mals (Nederlands) in het Zweeds

mals:

mals bijvoeglijk naamwoord

  1. mals
    mört; mör; saftigt
    • mört bijvoeglijk naamwoord
    • mör bijvoeglijk naamwoord
    • saftigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor mals:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mör mals
mört mals murw
saftigt mals sappig

Verwante woorden van "mals":

  • malsheid, malse, mal

Wiktionary: mals


Cross Translation:
FromToVia
mals mör tender — soft and easily chewed
mals saftig; läcker; smakfull; smaklig succulent — Savoureux

mal:

mal [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de mal (gietvorm; matrijs; modelvorm; vorm)
    gjutform; form; matrix
    • gjutform [-en] zelfstandig naamwoord
    • form [-en] zelfstandig naamwoord
    • matrix zelfstandig naamwoord
  2. de mal (sjablone; sjabloon; modelvorm)
    schablon; formbräde; stencil

mal bijvoeglijk naamwoord

  1. mal (maf; vreemd; eigenaardig; )
    besynnerlig; konstigt; underligt; besynnerligt; underlig
  2. mal (krankjorum; mesjogge; getikt; )
    idiotisk; tokig; tokigt; idiotiskt

Vertaal Matrix voor mal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
form gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm conditie; figuur; gedaante; gestalte; in vorm zijn; lichaamspostuur; postuur; shape; verschijning; vorm
formbräde mal; modelvorm; sjablone; sjabloon
gjutform gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm drukvorm; gietmal; matrijs; matrix; moedervorm; vorm
matrix gietvorm; mal; matrijs; modelvorm; vorm drukvorm; matrijs; matrix
schablon mal; modelvorm; sjablone; sjabloon stereotype
stencil mal; modelvorm; sjablone; sjabloon fotokopie; kopie; stencil
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besynnerlig dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
besynnerligt dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
idiotisk geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge ridicuul
idiotiskt geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge ridicuul
konstigt dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd curieus; merkwaardig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
tokig geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge eiig; geschift; getikt; halfgaar; halfzacht; hoorndol; kierewiet; knettergek; knots; krankjorum; niet goed snik; niet helemaal in orde; tilt
tokigt geschift; getikt; hoorndol; kierewiet; knots; krankjorum; maf; mal; mesjogge achterlijk; eiig; geflipt; gek; geschift; gestoord; halfgaar; halfzacht; idioot; idioterig; krankjorum; krankzinnig; maf; mesjogge; niet goed snik; niet helemaal in orde; stupide; tilt; tureluurs; zot
underlig dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd apart; buitenissig; curieus; excentriek; extravagant; merkwaardig; typisch; vreemd
underligt dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd apart; buitenissig; curieus; excentriek; extravagant; merkwaardig; typisch; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling

Verwante woorden van "mal":


Wiktionary: mal


Cross Translation:
FromToVia
mal gjutform; form cast — mould used to make cast objects
mal löjlig; narr ridicule — Qui est digne de risée ou de moquerie.