Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. makers:
  2. maker:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor makers (Nederlands) in het Zweeds

makers:

makers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de makers
    producenter

Vertaal Matrix voor makers:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
producenter makers producenten

Verwante woorden van "makers":


maker:

maker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de maker (auteur; schepper; voortbrenger)
    skapare; upphovsman; producent; tillverkare
  2. de maker (schepper; creator)
    författare; tillverkare; skapare
  3. de maker (uitvinder; ontwerper)
    upptäckare

Vertaal Matrix voor maker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
författare creator; maker; schepper auteur; auteurs; dichter; geletterde; inhoudsprovider; internet-inhoudsaanbieder; letterkundige; literaat; schrijfster; schrijver; schrijvers
producent auteur; maker; schepper; voortbrenger producent; producer
skapare auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger creator; maakster; scheppers; schepster
tillverkare auteur; creator; maker; schepper; voortbrenger fabrikant; producent; vervaardiger
upphovsman auteur; maker; schepper; voortbrenger
upptäckare maker; ontwerper; uitvinder ontdekkingsreiziger

Verwante woorden van "maker":


Wiktionary: maker


Cross Translation:
FromToVia
maker skapare creator — one who creates
maker skapare créateur — Celui, celle qui créer, qui tirer du néant.