Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. majesteit:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor majesteit (Nederlands) in het Zweeds

majesteit:

majesteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de majesteit (soeverein; vorst)
    monark
    • monark [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor majesteit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
monark majesteit; soeverein; vorst heerser; koning; monarch; soeverein; vorst

Verwante woorden van "majesteit":

  • majesteiten