Overzicht
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor maal (Nederlands) in het Zweeds
maal:
-
de maal (keer)
– elk moment waarop het gebeurt 1
Vertaal Matrix voor maal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
måltid | diner; eten; maal; maaltijd | |
tid | keer; maal | duur; tijdruimte; tijdsruimte |
- | keer; maaltijd |
Verwante woorden van "maal":
Synoniemen voor "maal":
Verwante definities voor "maal":
malen:
Conjugations for malen:
o.t.t.
- maal
- maalt
- maalt
- malen
- malen
- malen
o.v.t.
- maalde
- maalde
- maalde
- maalden
- maalden
- maalden
v.t.t.
- heb gemalen
- hebt gemalen
- heeft gemalen
- hebben gemalen
- hebben gemalen
- hebben gemalen
v.v.t.
- had gemalen
- had gemalen
- had gemalen
- hadden gemalen
- hadden gemalen
- hadden gemalen
o.t.t.t.
- zal malen
- zult malen
- zal malen
- zullen malen
- zullen malen
- zullen malen
o.v.t.t.
- zou malen
- zou malen
- zou malen
- zouden malen
- zouden malen
- zouden malen
diversen
- maal!
- maalt!
- gemalen
- malend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor malen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mala | fijnmalen; malen; vermalen | frezen |
Verwante woorden van "malen":
Computer vertaling door derden: