Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. maaksel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maaksel (Nederlands) in het Zweeds

maaksel:

maaksel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het maaksel (fabrikaat; product)
    fabricera
  2. het maaksel (creatie; schepping)
    skapelse; kreation

Vertaal Matrix voor maaksel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabricera fabrikaat; maaksel; product fabricage; maken; productie; vervaardiging
kreation creatie; maaksel; schepping scheppingswerk
skapelse creatie; maaksel; schepping creatuur; schepsel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fabricera fabriceren; maken; produceren; vervaardigen; voorjokken; voorliegen; voortbrengen

Verwante woorden van "maaksel":

  • maaksels

Computer vertaling door derden: