Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. luik:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luik (Nederlands) in het Zweeds

luik:

luik [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het luik
    fönsterlucka
  2. het luik (onderdeur)
    lucka; lucköppning; serveringslucka; dörrhalva

Vertaal Matrix voor luik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dörrhalva luik; onderdeur
fönsterlucka luik blind; sluiter; vensterluik
lucka luik; onderdeur bres; gaping; gat; hiaat; lacune; leegte; leemte; opening
lucköppning luik; onderdeur
serveringslucka luik; onderdeur doorgeefluik

Verwante woorden van "luik":

  • luiken, luikje

Wiktionary: luik


Cross Translation:
FromToVia
luik lucka hatch — horizontal door
luik fönsterlucka shutter — protective panels over windows