Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. luidruchtigheid:
  2. luidruchtig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luidruchtigheid (Nederlands) in het Zweeds

luidruchtigheid:

luidruchtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de luidruchtigheid
    förvirring; oväsen; tumult

Vertaal Matrix voor luidruchtigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvirring luidruchtigheid chaos; heksenketel; keet; onthutsing; perplexheid; puinhoop; regelloosheid; troebelheid; verdwaasdheid; versteldheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zootje
oväsen luidruchtigheid geharrewar; geluid; opschudding; opzien; rumoer; sensatie; stampei; tamtam; verwarring
tumult luidruchtigheid beroering; deining; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; lawaai; leven; ophef; oploop; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; pandemonium; rel; rumoer; sensatie; spektakel; stampei; tamtam; tumult; verwarring; volksoproer; vuistgevecht

Verwante woorden van "luidruchtigheid":


luidruchtig:

luidruchtig bijvoeglijk naamwoord

  1. luidruchtig (rumoerig; luid; lawaaierig)
    högljudd; ljudligt; högljutt; skrikig; skrikigt

Vertaal Matrix voor luidruchtig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
högljudd lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; krijserig; schreeuwend; schreeuwerig
högljutt lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; luid; luidkeels; schreeuwend; uit volle borst
ljudligt lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig joelend; schreeuwend
skrikig lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig felgekleurd; joelend; schreeuwend
skrikigt lawaaierig; luid; luidruchtig; rumoerig felgekleurd; joelend; opzichtig; protserig; schreeuwend; schreeuwerig

Verwante woorden van "luidruchtig":

  • luidruchtigheid, luidruchtiger, luidruchtigere, luidruchtigst, luidruchtigste, luidruchtige

Wiktionary: luidruchtig


Cross Translation:
FromToVia
luidruchtig ljudlig loud — noisy
luidruchtig högljudd; ljudlig laut — wenn etwas oder jemand viel Lärm macht, dann ist es bzw. er laut