Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. luguber:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor luguber (Nederlands) in het Zweeds

luguber:

luguber bijvoeglijk naamwoord

  1. luguber (macaber; spookachtig)
    bisarr; spökaktig; spöklikt; bisarrt; makabert; spökaktigt
  2. luguber (sinister; onheilspellend; duister; dreigend; huiveringwekkend)
    argsint

Vertaal Matrix voor luguber:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argsint dreigend; duister; huiveringwekkend; luguber; onheilspellend; sinister
bisarr luguber; macaber; spookachtig
bisarrt luguber; macaber; spookachtig apart; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; merkwaardig; ongewoon; typisch; vreemd; zonderling
makabert luguber; macaber; spookachtig
spökaktig luguber; macaber; spookachtig
spökaktigt luguber; macaber; spookachtig
spöklikt luguber; macaber; spookachtig afzichtelijk; foeilelijk; monsterlijk; oerlelijk

Verwante woorden van "luguber":

  • lugubere