Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lot:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lot (Nederlands) in het Zweeds

lot:

lot [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lot (lotsbestemming)
    öde; lott
    • öde zelfstandig naamwoord
    • lott [-en] zelfstandig naamwoord
  2. de lot (loterijlot)
    lott; lottsedel
    • lott [-en] zelfstandig naamwoord
    • lottsedel [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lott lot; loterijlot; lotsbestemming bouwterrein; gebied; kavel; loterijbriefje; perceel; terrein
lottsedel lot; loterijlot loterijbriefje
öde lot; lotsbestemming fortuintje; levenslot; predestinatie; voorbeschikking
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
öde afgezonderd; desolaat; dor; eenzaam; schraal; uitgestorven; verlaten

Verwante woorden van "lot":


Wiktionary: lot


Cross Translation:
FromToVia
lot sats; bak batch — quantity of baked goods made at one time
lot sats; batch batch — quantity of anything produced in one operation
lot öde destiny — predetermined condition; fate; fixed order of things
lot öde fate — destiny
lot lott lottery ticket — slip of paper drawn in a lottery
lot öde Schicksalkein Plural: die höhere Macht, welche die Zukunft der/eines Menschen beliebig beeinflusst und lenkt
lot bestämmelse; uppgift; bestämmelseort destinationemploi auquel une personne ou une chose devoir affecter ou usage qu’on en peut faire.
lot öde; levnadslopp destinéedestin particulier d’une personne ou d’une chose.
lot förmögenhet fortunehasard, chance.

Verwante vertalingen van lot