Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. losgooien:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor losgooien (Nederlands) in het Zweeds

losgooien:

losgooien werkwoord (gooi los, gooit los, gooide los, gooiden los, losgegooid)

  1. losgooien (loswerpen)
    kasta loss
    • kasta loss werkwoord (kastar loss, kastade loss, kastat loss)

Conjugations for losgooien:

o.t.t.
  1. gooi los
  2. gooit los
  3. gooit los
  4. gooien los
  5. gooien los
  6. gooien los
o.v.t.
  1. gooide los
  2. gooide los
  3. gooide los
  4. gooiden los
  5. gooiden los
  6. gooiden los
v.t.t.
  1. heb losgegooid
  2. hebt losgegooid
  3. heeft losgegooid
  4. hebben losgegooid
  5. hebben losgegooid
  6. hebben losgegooid
v.v.t.
  1. had losgegooid
  2. had losgegooid
  3. had losgegooid
  4. hadden losgegooid
  5. hadden losgegooid
  6. hadden losgegooid
o.t.t.t.
  1. zal losgooien
  2. zult losgooien
  3. zal losgooien
  4. zullen losgooien
  5. zullen losgooien
  6. zullen losgooien
o.v.t.t.
  1. zou losgooien
  2. zou losgooien
  3. zou losgooien
  4. zouden losgooien
  5. zouden losgooien
  6. zouden losgooien
en verder
  1. ben losgegooid
  2. bent losgegooid
  3. is losgegooid
  4. zijn losgegooid
  5. zijn losgegooid
  6. zijn losgegooid
diversen
  1. gooi los!
  2. gooit los!
  3. losgegooid
  4. losgooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor losgooien:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kasta loss losgooien; loswerpen

Computer vertaling door derden: