Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lomperik:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lomperik (Nederlands) in het Zweeds

lomperik:

lomperik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lomperik
    tölp; drummel; fåne
    • tölp [-en] zelfstandig naamwoord
    • drummel [-en] zelfstandig naamwoord
    • fåne [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lomperik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drummel lomperik donderstraal; hufter; kinkel; klootzak; lummel; pummel; schlemiel; slemiel; slungel; sukkel; vlegel; watje
fåne lomperik dwaas; gek; idioot; imbeciel
tölp lomperik boerenkinkel; hork; hufter; kinkel; klootzak; lomperd; lummel; proleet; pummel; slodder; slodderkous; sloddervos; slons; vlegel

Verwante woorden van "lomperik":

  • lomperiken