Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal lolbroeken

Vertaal lolbroeken van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

lolbroeken:
- rumlare; hålligångare; frossare
lolbroek:
- humorist; komiker; clown; spefågel
Wiktionary:
- lolbroek → spefågel, gyckelmakare, muntergök

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lolbroeken (Nederlands) in het Zweeds

lolbroeken:

lolbroeken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de lolbroeken
rumlare; hålligångare; frossare
- rumlare zelfstandig naamwoord
- hålligångare zelfstandig naamwoord
- frossare [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lolbroeken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
frossare	lolbroeken	gulzigaard; lolmakers; pretmakers; schrokop; slokop; veelvraat; vreetzak
hålligångare	lolbroeken	boemelaar; slemper; slempers; zwelger
rumlare	lolbroeken	bacchanaal; boemelaar; drinkgelag; drinkpartij; opsnijder; slemper; slempers; zwelger

Verwante woorden van "lolbroeken":

lolbroek

lolbroek:

lolbroek [de ~] zelfstandig naamwoord

de lolbroek (grapjas)
humorist; komiker; clown
- humorist [-en] zelfstandig naamwoord
- komiker [-en] zelfstandig naamwoord
- clown [-en] zelfstandig naamwoord
de lolbroek (grappenmaker; komiek)
spefågel; komiker; clown
- spefågel [-en] zelfstandig naamwoord
- komiker [-en] zelfstandig naamwoord
- clown [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lolbroek:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
clown	grapjas; grappenmaker; komiek; lolbroek	clown; gek; grappenmaker; guit; hansworst; harlekijn; komiek; kwast; kwibus; mallerd; nar; olijkerd; paljas; pias; pierrot; potsenmaker; snaak; uilenspiegel; zot
humorist	grapjas; lolbroek
komiker	grapjas; grappenmaker; komiek; lolbroek	cabaretier; grappenmaker; grappenmakers; guit; komedianten; komiek; komieken; mallerd; olijkerd; paljas; paljassen; pias; snaak; uilenspiegel
spefågel	grappenmaker; komiek; lolbroek	lachebek; schalk; snaken

Verwante woorden van "lolbroek":

lolbroeken

Verwante definities voor "lolbroek":

wie graag grappig doet om leuk gevonden te worden¹
- de lolbroek had vrouwenkleding aan¹

Wiktionary: lolbroek

Cross Translation:

From	To	Via
• lolbroek	→ spefågel; gyckelmakare; muntergök	↔ Spaßvogel — jemand, der mit seinen lustigen Einfällen und Späßen andere gerne erheitert

Computer vertaling door derden:

¹Muiswerk Woordenboek