Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
livlös
|
|
levenloosheid
|
tråkigt
|
|
verveling
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
knubbigt
|
log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
|
tonrond
|
likgiltigt
|
lijzig; log; loom
|
druilerig; hangerig; miezerig; onaandoenlijk; vluchtelings
|
livlös
|
lijzig; log; loom
|
ongeanimeerd
|
livlöst
|
lijzig; log; loom
|
dood; geesteloos; levenloos; niet bezield; onbezield; ongeanimeerd
|
långsamt
|
lijzig; log; loom
|
afstompend; eentonig; geestdodend; langzaamaan; saai; stom; suf
|
matt
|
lijzig; log; loom
|
bleekjes; energieloos; futloos; lamlendig; landerig; lusteloos; pips; slap; slapjes; wee; ziekelijk; zwak
|
plump
|
log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
|
grof; laag-bij-de-grond; lomp; onelegant; plat; platvloers; plomp; schunnig; vunzig
|
plumpt
|
log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
|
grof; laag-bij-de-grond; lomp; onelegant; plat; platvloers; plomp; schunnig; vunzig
|
slö
|
lijzig; log; loom
|
bezadigd; dommelig; energieloos; futloos; gezapig; lamlendig; landerig; langzaam; lodderig; lusteloos; slap; slaperig; sloom; suffig; traag; versuft; zouteloos
|
tråkigt
|
lijzig; log; loom
|
afgezaagd; afstompend; eentonig; ellendig; geestdodend; langdraadig; langwijlig; lastig; melig; monotoon; muf; oubakken; oud; oudbakken; plat; rot; saai; saaie; sfeerloos; slaapverwekkend; stom; suf; verschaald; vervelend; zonder sfeer
|
trög
|
lijzig; log; loom
|
achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; flauwtjes; geesteloos; hersenloos; idioot; lui; onbenullig; onnozel; onverstandig; stomp; stompzinnig; stupide; traag; verstandeloos; werkschuw
|
trögt
|
lijzig; log; loom
|
achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; flauwtjes; geesteloos; hersenloos; idioot; lui; onbenullig; onnozel; onverstandig; stomp; stompzinnig; stupide; traag; verstandeloos; werkschuw; zouteloos
|
tung
|
log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
|
beklemmend; dicht; dicht opeen; fors; knellend; loden; loodzwaar; machtig; massief; moeilijk verteerbaar; nijpend; potig; robuust; slecht verteerbaar; smartelijk; struis; zwaar; zwaargebouwd
|
tungt
|
log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp
|
beklemmend; dicht; dicht opeen; fors; knellend; loden; loodzwaar; machtig; massief; moeilijk verteerbaar; nijpend; potig; robuust; slecht verteerbaar; smartelijk; struis; zwaar; zwaargebouwd; zwaarwichtig
|