Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Zweeds ->Vertaal lik

Vertaal lik van Nederlands naar Zweeds

Overzicht

Nederlands naar Zweeds: Meer gegevens...

lik:
- fängelse; droppe; klick
- slickning
likken:
- slicka; klå upp; slicka av
- avslickning; slick
- fängelser
Wiktionary:
- likken → slicka

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lik (Nederlands) in het Zweeds

lik:

lik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de lik (strafgevangenis; gevangenis; doos; petoet; strafplaats; bak; strafinrichting; spinhuis; nor; bajes)
fängelse
- fängelse [-ett] zelfstandig naamwoord
de lik (klodder; kwak; kledder)
droppe; klick
- droppe [-en] zelfstandig naamwoord
- klick [-ett] zelfstandig naamwoord

lik

lik (tongveeg)
slickning
- slickning

Vertaal Matrix voor lik:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
droppe	kledder; klodder; kwak; lik	borrel; drop; dropping; druppel; kleine slok; neut; slokje; staande receptie
fängelse	bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
klick	kledder; klodder; kwak; lik	factie; groepering; klont; klonter
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slickning	lik; tongveeg

Verwante woorden van "lik":

likken, likje

lik vorm van likken:

likken werkwoord (lik, likt, likte, likten, gelikt)

likken (aflikken)
slicka; klå upp; slicka av
- slicka werkwoord
- klå upp werkwoord (klår upp, klådde upp, klått upp)
- slicka av werkwoord (slickar av, slickade av, slickat av)

Conjugations for likken:

o.t.t.

lik
likt
likt
likken
likken
likken

o.v.t.

likte
likte
likte
likten
likten
likten

v.t.t.

heb gelikt
hebt gelikt
heeft gelikt
hebben gelikt
hebben gelikt
hebben gelikt

v.v.t.

had gelikt
had gelikt
had gelikt
hadden gelikt
hadden gelikt
hadden gelikt

o.t.t.t.

zal likken
zult likken
zal likken
zullen likken
zullen likken
zullen likken

o.v.t.t.

zou likken
zou likken
zou likken
zouden likken
zouden likken
zouden likken

en verder

ben gelikt
bent gelikt
is gelikt
zijn gelikt
zijn gelikt
zijn gelikt

diversen

lik!
likt!
gelikt
likkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

likken [het ~] zelfstandig naamwoord

het likken (aflikken)
avslickning; slick
- avslickning zelfstandig naamwoord
- slick [-en] zelfstandig naamwoord

likken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de likken (gevangenissen; bakken; norren)
fängelser
- fängelser zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor likken:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avslickning	aflikken; likken
fängelser	bakken; gevangenissen; likken; norren
slick	aflikken; likken
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
klå upp	aflikken; likken	aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; billekoek geven; een pak slaag geven; iemand toetakelen; in elkaar timmeren; knuppelen; ranselen; toetakelen
slicka	aflikken; likken
slicka av	aflikken; likken

Verwante woorden van "likken":

lik

Wiktionary: likken

Cross Translation:

From	To	Via
• likken	→ slicka	↔ lick — to stroke with a tongue