Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lazer:
  2. lazeren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lazer (Nederlands) in het Zweeds

lazer:

lazer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de lazer
    kropp
    • kropp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lazer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kropp lazer korpus; lichaam; menselijk lichaam

Verwante woorden van "lazer":


lazeren:

lazeren werkwoord (lazer, lazert, lazerde, lazerden, gelazerd)

  1. lazeren
    ramla; falla över ända
    • ramla werkwoord (ramlar, ramlade, ramlat)
    • falla över ända werkwoord (faller över ända, föll över ända, fallit över ända)

Conjugations for lazeren:

o.t.t.
  1. lazer
  2. lazert
  3. lazert
  4. lazeren
  5. lazeren
  6. lazeren
o.v.t.
  1. lazerde
  2. lazerde
  3. lazerde
  4. lazerden
  5. lazerden
  6. lazerden
v.t.t.
  1. ben gelazerd
  2. bent gelazerd
  3. is gelazerd
  4. zijn gelazerd
  5. zijn gelazerd
  6. zijn gelazerd
v.v.t.
  1. was gelazerd
  2. was gelazerd
  3. was gelazerd
  4. waren gelazerd
  5. waren gelazerd
  6. waren gelazerd
o.t.t.t.
  1. zal lazeren
  2. zult lazeren
  3. zal lazeren
  4. zullen lazeren
  5. zullen lazeren
  6. zullen lazeren
o.v.t.t.
  1. zou lazeren
  2. zou lazeren
  3. zou lazeren
  4. zouden lazeren
  5. zouden lazeren
  6. zouden lazeren
en verder
  1. heb gelazerd
  2. hebt gelazerd
  3. heeft gelazerd
  4. hebben gelazerd
  5. hebben gelazerd
  6. hebben gelazerd
diversen
  1. lazer!
  2. lazert!
  3. gelazerd
  4. lazerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor lazeren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ramla tuimelen; vallen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falla över ända lazeren
ramla lazeren omlaagstorten; vallen

Verwante woorden van "lazeren":