Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lassen:
  2. las:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lassen (Nederlands) in het Zweeds

lassen:

lassen werkwoord (las, last, laste, lasten, gelast)

  1. lassen
    svetsa ihop; svetsa
    • svetsa ihop werkwoord (svetsar ihop, svetsade ihop, svetsat ihop)
    • svetsa werkwoord (svetsar, svetsade, svetsat)
  2. lassen (aaneenlassen)
    svetsa ihop; svetsa samman
    • svetsa ihop werkwoord (svetsar ihop, svetsade ihop, svetsat ihop)
    • svetsa samman werkwoord (svetsar samman, svetsade samman, svetsat samman)

Conjugations for lassen:

o.t.t.
  1. las
  2. last
  3. last
  4. lassen
  5. lassen
  6. lassen
o.v.t.
  1. laste
  2. laste
  3. laste
  4. lasten
  5. lasten
  6. lasten
v.t.t.
  1. heb gelast
  2. hebt gelast
  3. heeft gelast
  4. hebben gelast
  5. hebben gelast
  6. hebben gelast
v.v.t.
  1. had gelast
  2. had gelast
  3. had gelast
  4. hadden gelast
  5. hadden gelast
  6. hadden gelast
o.t.t.t.
  1. zal lassen
  2. zult lassen
  3. zal lassen
  4. zullen lassen
  5. zullen lassen
  6. zullen lassen
o.v.t.t.
  1. zou lassen
  2. zou lassen
  3. zou lassen
  4. zouden lassen
  5. zouden lassen
  6. zouden lassen
en verder
  1. is gelast
diversen
  1. las!
  2. last!
  3. gelast
  4. lassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de lassen (welnaden; lasnaden)
    svetsningar

Vertaal Matrix voor lassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svetsningar lasnaden; lassen; welnaden
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
svetsa lassen
svetsa ihop aaneenlassen; lassen
svetsa samman aaneenlassen; lassen

Verwante woorden van "lassen":


Wiktionary: lassen


Cross Translation:
FromToVia
lassen svetsa weld — to join materials (especially metals) by applying heat

lassen vorm van las:

las [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de las (lasnaad; welnaad)
    sammanfogning
  2. de las (samenvoeging; verbinding)
    sammansvärjning
  3. de las (tussenvoegsel; tussenstuk; tussenzetsel)
    anslutningsdel

Vertaal Matrix voor las:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anslutningsdel las; tussenstuk; tussenvoegsel; tussenzetsel
sammanfogning las; lasnaad; welnaad aaneenvoeging; gewrichtsknobbel; samenvoeging; verbinding
sammansvärjning las; samenvoeging; verbinding complot; samenzwering

Verwante woorden van "las":