Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. lager:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lager (Nederlands) in het Zweeds

lager:

lager [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het lager (hazenleger; leger)
    läger
    • läger [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. het lager

Vertaal Matrix voor lager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
läger hazenleger; lager; leger kamp; kampement; legering; legerkamp
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
mekaniskt lager lager

Verwante woorden van "lager":

  • lagers

Wiktionary: lager


Cross Translation:
FromToVia
lager lager bearing — mechanical device
lager kullager; lager Lagernur Plural 1: Maschinenelement, das ein schwingendes oder sich drehendes Element aufnimmt
lager lager Lageraltertümlich: Schlafstatt; Stelle, die einer Person zum liegen bzw. Schlafen zugedacht ist

Verwante vertalingen van lager