Nederlands
Uitgebreide vertaling voor kwajongensachtig (Nederlands) in het Zweeds
kwajongensachtig:
-
kwajongensachtig (guitig; ondeugend; snaaks; schalks; bengelachtig; spotachtig; schelmachtig; schelms; schalkachtig)
skälmaktigt; uppslupet; lustig; munter; skojfrisk; muntert; lustigt; skojfriskt-
skälmaktigt bijvoeglijk naamwoord
-
uppslupet bijvoeglijk naamwoord
-
lustig bijvoeglijk naamwoord
-
munter bijvoeglijk naamwoord
-
skojfrisk bijvoeglijk naamwoord
-
muntert bijvoeglijk naamwoord
-
lustigt bijvoeglijk naamwoord
-
skojfriskt bijvoeglijk naamwoord
-