Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kuiper:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kuiper (Nederlands) in het Zweeds

kuiper:

kuiper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kuiper (intrigant; samenzweerder; konkelaar)
    konspiratör; intrigant

Vertaal Matrix voor kuiper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intrigant intrigant; konkelaar; kuiper; samenzweerder
konspiratör intrigant; konkelaar; kuiper; samenzweerder

Verwante woorden van "kuiper":

  • kuipers

Wiktionary: kuiper


Cross Translation:
FromToVia
kuiper tunnbindare; fatmakare FassküferWeinbau, vor allem alemannisch: Person, die beruflich Fässer und andere Holzgefäße herstellt

Computer vertaling door derden: