Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kruissleutel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kruissleutel (Nederlands) in het Zweeds

kruissleutel:

kruissleutel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kruissleutel
    korsskruvmejsel

Vertaal Matrix voor kruissleutel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
korsskruvmejsel kruissleutel

Verwante woorden van "kruissleutel":

  • kruissleutels

Wiktionary: kruissleutel


Cross Translation:
FromToVia
kruissleutel fälgkors Kreuzschlüssel — Werkzeug, mit dem Radmuttern angezogen und gelöst werden