Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kruispunt:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kruispunt (Nederlands) in het Zweeds

kruispunt:

kruispunt [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kruispunt (punt waar lijnen elkaar kruisen; kruising)
    korsning; gatukorsning
  2. het kruispunt (verkeersknooppunt; knooppunt)
    korsning; korsning för bilar
  3. het kruispunt (wegkruising; kruising; splitsing; wegsplitsing; kruising van straten)
    korsning

Vertaal Matrix voor kruispunt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gatukorsning kruising; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen
korsning knooppunt; kruising; kruising van straten; kruispunt; punt waar lijnen elkaar kruisen; splitsing; verkeersknooppunt; wegkruising; wegsplitsing crucifix; dwarsweg; kruisbeeld; kruising; oversteek; oversteekplaats; voetgangersoversteekplaats; zebrapad
korsning för bilar knooppunt; kruispunt; verkeersknooppunt

Verwante woorden van "kruispunt":


Wiktionary: kruispunt

kruispunt
noun
  1. een plaats waar twee of meer wegen elkaar kruisen

Cross Translation:
FromToVia
kruispunt vägskäl; vägkorsning; gatukorsning crossroads — intersection
kruispunt korsning intersection — junction of two or more paths, etc
kruispunt skärning intersection — in geometry