Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kouter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kouter (Nederlands) in het Zweeds

kouter:

kouter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kouter (prater; keuvelaar; babbelaar; theetante; klapekster)
    pratkvarn

Vertaal Matrix voor kouter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pratkvarn babbelaar; keuvelaar; klapekster; kouter; prater; theetante babbelaarster; kletskous; kletstante; leuteraarster; leuterkous

Verwante woorden van "kouter":

  • kouters, koutertje