Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kok:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kok (Nederlands) in het Zweeds

kok:

kok [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kok (keukenmeester)
    kock; koksmästare

Vertaal Matrix voor kok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kock keukenmeester; kok kokkie; kookster
koksmästare keukenmeester; kok

Verwante woorden van "kok":


Verwante definities voor "kok":

  1. wie voor z'n beroep eten klaarmaakt1
    • hij is kok in een restaurant1

Wiktionary: kok


Cross Translation:
FromToVia
kok kock cook — a person who prepares food for a living
kok kock cuisinier — Celui qui prépare la nourriture

Verwante vertalingen van kok