Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. koffer:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koffer (Nederlands) in het Zweeds

koffer:

koffer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de koffer (kofferbak; achterbak; bagageruimte; kofferruimte)
    bagagelucka

Vertaal Matrix voor koffer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bagagelucka achterbak; bagageruimte; koffer; kofferbak; kofferruimte

Verwante woorden van "koffer":


Verwante definities voor "koffer":

  1. stevige doos met handvat voor op reis1
    • wanneer pakken we onze koffers uit?1

Wiktionary: koffer


Cross Translation:
FromToVia
koffer resväska suitcase — large piece of luggage
koffer koffert trunk — large suitcase or chest
koffer baklucka; bagagelucka; bagageutrymme; skuff trunk — luggage storage compartment of a sedan/saloon style car
koffer koffert; resväska valise — Petite malle de voyage, qu’on porter à la main.