Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koenheid (Nederlands) in het Zweeds

koenheid:

koenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de koenheid (onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; driestheid; kloekheid; vermetelheid)
    utan räddsla
  2. de koenheid (dapperheid; moed; onversaagdheid)
    mod; tapperhet; förvägenhet; gallanteri; våghalsighet

Vertaal Matrix voor koenheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förvägenhet dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
gallanteri dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
mod dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid durf; gewaagdheid; kaalheid; kranigheid; lef; moed
tapperhet dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid
utan räddsla driestheid; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
våghalsighet dapperheid; koenheid; moed; onversaagdheid onbesuisdheid; overmoed; roekeloosheid; vermetelheid; waaghalzerij
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
utan räddsla zonder angst

Verwante woorden van "koenheid":


koen:

koen bijvoeglijk naamwoord

  1. koen (onvervaard; stoutmoedig; onbeducht; )
    modig; frimodig; käckt; modigt; frimodigt

Vertaal Matrix voor koen:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frimodig koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel cru; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; stoutmoedig; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig
frimodigt koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel cru; niet beschroomd; onbedeesd; onbeschroomd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; openlijk; rechttoe rechtaan; stoutmoedig; volmondig; vrijmoedig; vrijpostig
käckt koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel
modig koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel brutaal; hondsbrutaal; manhaftig; vrijpostig
modigt koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; hondsbrutaal; kloek; manhaftig; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig

Verwante woorden van "koen":


Wiktionary: koen


Cross Translation:
FromToVia
koen våghalsig audacious — showing willingness to take bold risks
koen modig; tapper; käck courageux — Qui faire preuve de courage face au danger ou à l’adversité.
koen fräck; uppkäftig hardi — Qui ose beaucoup.
koen behjärtad; tapper vaillant — Qui a de la vaillance, qui est courageux.

Computer vertaling door derden: