Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. knuffen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knuffen (Nederlands) in het Zweeds

knuffen:

knuffen werkwoord (knuf, knuft, knufte, knuften, geknufd)

  1. knuffen
    smeka
    • smeka werkwoord (smeker, smekte, smekt)

Conjugations for knuffen:

o.t.t.
  1. knuf
  2. knuft
  3. knuft
  4. knuffen
  5. knuffen
  6. knuffen
o.v.t.
  1. knufte
  2. knufte
  3. knufte
  4. knuften
  5. knuften
  6. knuften
v.t.t.
  1. heb geknufd
  2. hebt geknufd
  3. heeft geknufd
  4. hebben geknufd
  5. hebben geknufd
  6. hebben geknufd
v.v.t.
  1. had geknufd
  2. had geknufd
  3. had geknufd
  4. hadden geknufd
  5. hadden geknufd
  6. hadden geknufd
o.t.t.t.
  1. zal knuffen
  2. zult knuffen
  3. zal knuffen
  4. zullen knuffen
  5. zullen knuffen
  6. zullen knuffen
o.v.t.t.
  1. zou knuffen
  2. zou knuffen
  3. zou knuffen
  4. zouden knuffen
  5. zouden knuffen
  6. zouden knuffen
diversen
  1. knuf!
  2. knuft!
  3. geknufd
  4. knuffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor knuffen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smeka knuffen aaien; koesteren; kozen; strelen