Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. knik:
  2. knikken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor knik (Nederlands) in het Zweeds

knik:

knik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de knik (knak)
    brista
    • brista zelfstandig naamwoord
  2. de knik (strubbeling)
    problem
    • problem [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor knik:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brista knak; knik
problem knik; strubbeling beroeringen; geval; kwestie; kwesties; moeilijkheden; narigheden; opgaaf; opgave; probleem; problematiek; problemen; sores; vraagstuk; zaak; zorgen; zwaarte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brista gespeend zijn; klieven; kloven; knakken; openhakken; splijten; splitsen; uiteensplijten; verstoken zijn

Verwante woorden van "knik":


knik vorm van knikken:

knikken werkwoord (knik, knikt, knikte, knikten, geknikt)

  1. knikken (jaknikken)
    nicka
    • nicka werkwoord (nickar, nickade, nickat)

Conjugations for knikken:

o.t.t.
  1. knik
  2. knikt
  3. knikt
  4. knikken
  5. knikken
  6. knikken
o.v.t.
  1. knikte
  2. knikte
  3. knikte
  4. knikten
  5. knikten
  6. knikten
v.t.t.
  1. heb geknikt
  2. hebt geknikt
  3. heeft geknikt
  4. hebben geknikt
  5. hebben geknikt
  6. hebben geknikt
v.v.t.
  1. had geknikt
  2. had geknikt
  3. had geknikt
  4. hadden geknikt
  5. hadden geknikt
  6. hadden geknikt
o.t.t.t.
  1. zal knikken
  2. zult knikken
  3. zal knikken
  4. zullen knikken
  5. zullen knikken
  6. zullen knikken
o.v.t.t.
  1. zou knikken
  2. zou knikken
  3. zou knikken
  4. zouden knikken
  5. zouden knikken
  6. zouden knikken
diversen
  1. knik!
  2. knikt!
  3. geknikt
  4. knikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor knikken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nicka jaknikken; knikken wenken

Verwante woorden van "knikken":


Verwante definities voor "knikken":

  1. hoofd op en neer bewegen om ja te zeggen of te groeten1
    • de leraar knikte dat het goed was1