Nederlands
Uitgebreide vertaling voor klungels (Nederlands) in het Zweeds
klungels:
-
de klungels
Vertaal Matrix voor klungels:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fuskare | klungels | beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; klungel; klungelaar; knoeier; knoeiers; koekenbakker; koekhakker; kruk; misleider; prutser; stoethaspel; stumper |
klåpare | klungels | beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; klungel; klungelaar; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; koekenbakker; koekhakker; kruk; morser; morsers; prutser; prutsers; stoethaspel; stumper |
Verwante woorden van "klungels":
klungel:
-
de klungel (kruk; klungelaar; stumper; stoethaspel)
Vertaal Matrix voor klungel:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fuskare | klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper | beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; klungels; knoeier; knoeiers; koekenbakker; koekhakker; misleider; prutser |
klåpare | klungel; klungelaar; kruk; stoethaspel; stumper | beunhaas; broddelaars; kladders; klieders; klungels; knoeier; knoeiers; knoeipot; knoeipotten; koekenbakker; koekhakker; morser; morsers; prutser; prutsers |