Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klontertje:
  2. klonter:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klontertje (Nederlands) in het Zweeds

klontertje:

klontertje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het klontertje (klontje; klompje)
    stycke; bit; klump
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • klump [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klontertje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bit klompje; klontertje; klontje aanbijten; bit; breuk; breukgetal; brok; brokje; deel; eindje; fiche; fractie; fragmentje; gedeelte; groot en dik stuk; homp; klein stukje; klont; klonter; knauw; moot; part; partje; plak; plakje; schijfje; snippertje; stuk; stukje; suikerklontje; tranche
klump klompje; klontertje; klontje brok; groot en dik stuk; homp; klont; klonter; pol; suikerklontje
stycke klompje; klontertje; klontje aandeel; alinea; breuk; breukgetal; brokje; coupure; deel; eindje; fragmentje; groot en dik stuk; homp; klein stukje; klont; klonter; part; partje; snippertje; stukje

Verwante woorden van "klontertje":


klonter:

klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klonter (klont)
    klump; bit; stycke; klick; klimp
    • klump [-en] zelfstandig naamwoord
    • bit [-en] zelfstandig naamwoord
    • stycke [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klick [-ett] zelfstandig naamwoord
    • klimp [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klonter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bit klont; klonter aanbijten; bit; breuk; breukgetal; brok; brokje; deel; eindje; fiche; fractie; fragmentje; gedeelte; groot en dik stuk; homp; klein stukje; klompje; klont; klontertje; klontje; knauw; moot; part; partje; plak; plakje; schijfje; snippertje; stuk; stukje; suikerklontje; tranche
klick klont; klonter factie; groepering; kledder; klodder; kwak; lik
klimp klont; klonter brok; jicht; klont; suikerklontje
klump klont; klonter brok; groot en dik stuk; homp; klompje; klont; klontertje; klontje; pol; suikerklontje
stycke klont; klonter aandeel; alinea; breuk; breukgetal; brokje; coupure; deel; eindje; fragmentje; groot en dik stuk; homp; klein stukje; klompje; klontertje; klontje; part; partje; snippertje; stukje

Verwante woorden van "klonter":