Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klerk:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klerk (Nederlands) in het Zweeds

klerk:

klerk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klerk (kantoorbediende)
  2. de klerk (personeelslid; werknemer; medewerker; )
    medarbetare; arbetsanhörig

Vertaal Matrix voor klerk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsanhörig arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer
bokhållarassistent kantoorbediende; klerk
medarbetare arbeider; arbeidskracht; klerk; medewerker; personeelslid; werkkracht; werknemer ambtgenoot; collega; inzenders; vakgenoot

Verwante woorden van "klerk":