Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klef:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klef (Nederlands) in het Zweeds

klef:

klef bijvoeglijk naamwoord

  1. klef (plakkerig; kleverig)
    seg; segt; klibbigt
    • seg bijvoeglijk naamwoord
    • segt bijvoeglijk naamwoord
    • klibbigt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor klef:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klibbigt klef; kleverig; plakkerig gomhoudend; rubberachtig
seg klef; kleverig; plakkerig flink; stoer
segt klef; kleverig; plakkerig flink; gomhoudend; stoer

Verwante woorden van "klef":

  • klefheid

Wiktionary: klef


Cross Translation:
FromToVia
klef blöt soggy — soaked with liquid