Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. klas:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klas (Nederlands) in het Zweeds

klas:

klas [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de klas (schooljaar)
    skolår
    • skolår [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. de klas (schoolklas)
    klass; skolklass
    • klass [-en] zelfstandig naamwoord
    • skolklass [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klass klas; schoolklas aanzien; aard; allure; categorie; classificatie; klasse; objectklasse; onderverdeling
skolklass klas; schoolklas
skolår klas; schooljaar

Verwante woorden van "klas":


Synoniemen voor "klas":


Verwante definities voor "klas":

  1. afdeling van een trein of vliegtuig1
    • hij reist altijd eerste klas1
  2. groep leerlingen die samen les krijgen1
    • ik zit in de derde klas van het voortgezet onderwijs1
  3. ruimte waar leerlingen les krijgen1
    • in welke klas hebben we scheikunde?1

Wiktionary: klas


Cross Translation:
FromToVia
klas klass class — group of students in a regularly scheduled meeting with a teacher
klas klass classe — groupe

Verwante vertalingen van klas