Nederlands

Uitgebreide vertaling voor keurig (Nederlands) in het Zweeds

keurig:

keurig bijvoeglijk naamwoord

  1. keurig (netjes; gepast)
    ordentligt; passande; prydlig; prydligt; passandet
  2. keurig (onberispelijk; correct; onbesproken)
    oklanderligt; syndfri; korrekt; felfri; ofelbart; felfritt; syndfritt
  3. keurig (netjes; zorgvuldig; proper)
    städad; städat; prydligt; prydlig; ordningssamt
  4. keurig (respectabel; eerzaam; eerbaar; kies)
    respektabel; respektabelt; ärbart

Vertaal Matrix voor keurig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
passande toepasbaarheid; toepasselijkheid; voegzaamheid
städat netheid; properheid
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- behoorlijk; beleefd; fatsoenlijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- netjes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
felfri correct; keurig; onberispelijk; onbesproken feilloos; foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; perfekt; puntgaaf; zuiver
felfritt correct; keurig; onberispelijk; onbesproken feilloos; foutloos; gaaf; loepzuiver; onaangetast; perfekt; puntgaaf; zuiver
korrekt correct; keurig; onberispelijk; onbesproken akkoord; correct; goed; in orde; juist; juiste; mee eens; precies
ofelbart correct; keurig; onberispelijk; onbesproken duidelijk; herkenbaar; loepzuiver; onfeilbaar; onmiskenbaar
oklanderligt correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
ordentligt gepast; keurig; netjes geschikte; goed geordend; proper; schoon; welgeordend; zindelijk
ordningssamt keurig; netjes; proper; zorgvuldig
passande gepast; keurig; netjes adequaat; gelegen; gepast; geschikt; gevoeglijk; juist; passend; passende; toepasselijk; treffend; van pas; voegzaam
passandet gepast; keurig; netjes bijbehorend; bijgesloten; geschikte; passend; toepasbaar; voegzaam
prydlig gepast; keurig; netjes; proper; zorgvuldig decoratief; gelikt; picobello; piekfijn; proper; schoon; sec; tiptop; zindelijk
prydligt gepast; keurig; netjes; proper; zorgvuldig decoratief; gelikt; kittig; picobello; piekfijn; proper; schoon; sec; tiptop; zindelijk
respektabel eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel deugdzaam; eerzaam; zedig
respektabelt eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel deugdzaam; eerzaam; zedig
städad keurig; netjes; proper; zorgvuldig gekuist; gerangschikt; gereinigd; netjes; opgeruimd; ordelijk; zuiver
städat keurig; netjes; proper; zorgvuldig gekuist; gerangschikt; gereinigd; netjes; opgeruimd; ordelijk; schoon; sec; zuiver
syndfri correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
syndfritt correct; keurig; onberispelijk; onbesproken
ärbart eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel decent; edelachtbaar; eerbaar; fatsoenlijk; gekuist; kuis; manierlijk; netjes; welvoeglijk

Verwante woorden van "keurig":

  • keurigheid, keuriger, keurigere, keurigst, keurigste, keurige

Synoniemen voor "keurig":


Verwante definities voor "keurig":

  1. met goede manieren, zoals het hoort1
    • de kinderen hebben zich keurig gedragen1

Wiktionary: keurig


Cross Translation:
FromToVia
keurig passande proper — following the established standards of behavior or manners
keurig passande; tjänlig; anständig convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
keurig behagfull mignon — Qui, dans son apparence menue, offre de la grâce et de la gentillesse