Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. ketsen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ketsen (Nederlands) in het Zweeds

ketsen:

ketsen werkwoord (kets, ketst, ketste, ketsten, geketst)

  1. ketsen
    titta bort; snegla bort
    • titta bort werkwoord (tittar bort, tittade bort, tittat bort)
    • snegla bort werkwoord (sneglar bort, sneglade bort, sneglat bort)

Conjugations for ketsen:

o.t.t.
  1. kets
  2. ketst
  3. ketst
  4. ketsen
  5. ketsen
  6. ketsen
o.v.t.
  1. ketste
  2. ketste
  3. ketste
  4. ketsten
  5. ketsten
  6. ketsten
v.t.t.
  1. heb geketst
  2. hebt geketst
  3. heeft geketst
  4. hebben geketst
  5. hebben geketst
  6. hebben geketst
v.v.t.
  1. had geketst
  2. had geketst
  3. had geketst
  4. hadden geketst
  5. hadden geketst
  6. hadden geketst
o.t.t.t.
  1. zal ketsen
  2. zult ketsen
  3. zal ketsen
  4. zullen ketsen
  5. zullen ketsen
  6. zullen ketsen
o.v.t.t.
  1. zou ketsen
  2. zou ketsen
  3. zou ketsen
  4. zouden ketsen
  5. zouden ketsen
  6. zouden ketsen
en verder
  1. is geketst
diversen
  1. kets!
  2. ketst!
  3. geketst
  4. ketsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ketsen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snegla bort ketsen
titta bort ketsen blik afwenden; wegkijken

Wiktionary: ketsen


Cross Translation:
FromToVia
ketsen studsa bounce — to change direction of motion after hitting an obstacle
ketsen kasta macka skim — throw an object so it bounces on water