Nederlands
Uitgebreide vertaling voor keperen (Nederlands) in het Zweeds
keperen:
-
keperen
Conjugations for keperen:
o.t.t.
- keper
- kepert
- kepert
- keperen
- keperen
- keperen
o.v.t.
- keperde
- keperde
- keperde
- keperden
- keperden
- keperden
v.t.t.
- ben gekeperd
- bent gekeperd
- is gekeperd
- zijn gekeperd
- zijn gekeperd
- zijn gekeperd
v.v.t.
- was gekeperd
- was gekeperd
- was gekeperd
- waren gekeperd
- waren gekeperd
- waren gekeperd
o.t.t.t.
- zal keperen
- zult keperen
- zal keperen
- zullen keperen
- zullen keperen
- zullen keperen
o.v.t.t.
- zou keperen
- zou keperen
- zou keperen
- zouden keperen
- zouden keperen
- zouden keperen
diversen
- keper!
- kepert!
- gekeperd
- keperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor keperen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kypra | keperen |
Verwante woorden van "keperen":
keper:
Vertaal Matrix voor keper:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kypert | keper; keperstof |