Overzicht
Nederlands naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. kenmerkend:
  2. kenmerken:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kenmerkend (Nederlands) in het Zweeds

kenmerkend:

kenmerkend bijvoeglijk naamwoord

  1. kenmerkend (karakteristiek; typisch; typerend; tekenend)
    urskiljande; charactiristiskt

Vertaal Matrix voor kenmerkend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
urskiljande herkennen; thuisbrengen; waarnemen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charactiristiskt karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch
urskiljande karakteristiek; kenmerkend; tekenend; typerend; typisch

Verwante woorden van "kenmerkend":

  • kenmerkendst, kenmerkendste

Wiktionary: kenmerkend


Cross Translation:
FromToVia
kenmerkend karakteristisk; kännetecknande characteristic — being a distinguishing feature of a person or thing

kenmerkend vorm van kenmerken:

kenmerken werkwoord (kenmerk, kenmerkt, kenmerkte, kenmerkten, gekenmerkt)

  1. kenmerken (kenschetsen; karakteriseren; typeren)
    definiera; beskriva; utmärka; karakterisera
    • definiera werkwoord (definierar, definierade, definierat)
    • beskriva werkwoord (beskriver, beskrev, beskrivit)
    • utmärka werkwoord (utmärkar, utmärkade, utmärkat)
    • karakterisera werkwoord (karakteriserar, karakteriserade, karakteriserat)
  2. kenmerken (karakteriseren; tekenen; typeren; kenschetsen)
    karakterisera; beteckna; känneteckna
    • karakterisera werkwoord (karakteriserar, karakteriserade, karakteriserat)
    • beteckna werkwoord (betecknar, betecknade, betecknat)
    • känneteckna werkwoord (kännetecknar, kännetecknade, kännetecknat)

Conjugations for kenmerken:

o.t.t.
  1. kenmerk
  2. kenmerkt
  3. kenmerkt
  4. kenmerken
  5. kenmerken
  6. kenmerken
o.v.t.
  1. kenmerkte
  2. kenmerkte
  3. kenmerkte
  4. kenmerkten
  5. kenmerkten
  6. kenmerkten
v.t.t.
  1. heb gekenmerkt
  2. hebt gekenmerkt
  3. heeft gekenmerkt
  4. hebben gekenmerkt
  5. hebben gekenmerkt
  6. hebben gekenmerkt
v.v.t.
  1. had gekenmerkt
  2. had gekenmerkt
  3. had gekenmerkt
  4. hadden gekenmerkt
  5. hadden gekenmerkt
  6. hadden gekenmerkt
o.t.t.t.
  1. zal kenmerken
  2. zult kenmerken
  3. zal kenmerken
  4. zullen kenmerken
  5. zullen kenmerken
  6. zullen kenmerken
o.v.t.t.
  1. zou kenmerken
  2. zou kenmerken
  3. zou kenmerken
  4. zouden kenmerken
  5. zouden kenmerken
  6. zouden kenmerken
en verder
  1. ben gekenmerkt
  2. bent gekenmerkt
  3. is gekenmerkt
  4. zijn gekenmerkt
  5. zijn gekenmerkt
  6. zijn gekenmerkt
diversen
  1. kenmerk!
  2. kenmerkt!
  3. gekenmerkt
  4. kenmerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kenmerken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beskriva karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afschilderen; beschrijven; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen
beteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
definiera karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; definiëren; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren
karakterisera karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
känneteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren indexeren; van indexnummers voorzien
utmärka karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren

Verwante woorden van "kenmerken":


Wiktionary: kenmerken


Cross Translation:
FromToVia
kenmerken markera kennzeichnen — mit einer Markierung, einem Kennzeichen versehen
kenmerken uppvisa; utpeka; kora désigner — Traduction à trier
kenmerken märka; stämpla marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général).